Thema: Licht bouwen en energiegebruik
In het streven naar verlaging van de milieubelasting van bouwen en gebouwen staat de reductie van energiegebruik in de gebruikfase de ‘operational energy’ momenteel hoog op de agenda van opdrachtgevend, ontwerpend en bouwend Nederland. Terecht, want de operational energy bepaalt voor een aanzienlijk deel hoe milieuvriendelijk het gebouw is tijdens de levensduur. Zeker als die levensduur lang moet zijn. Bij een levensduur van 75 jaar kan de invloed van het energiegebruik op de milieubelasting van het gebouw zijn opgelopen tot 80%.
De inspanningen om de vraag naar energie in de gebruiksfase te beperken, richten zich in de praktijk vooral op het verwarmen en koelen van het gebouw. Wederom terecht, want een substantieel deel van de operational energy van een gebouw gaat op aan verwarmen en koelen. Bij bijvoorbeeld een gemiddeld kantoorgebouw is dat zo’n 35%. Een effectief instrument om de vraag aan primaire energie voor verwarmen en koelen terug te brengen en tegelijkertijd het thermisch comfort in het gebouw op peil te houden, is de opslag van warmte en koude (‘thermische energie’) om deze weer af te geven als daar behoefte aan is.
Thermische-energieopslag kan voor de langere en kortere termijn. De lange-termijnopslag moet vooral seizoensschommelingen opvangen. In Nederland gebeurt dat dikwijls via warmte- en koudeopslag (WKO) in de bodem. De korte-termijnopslag dient met name de fluctuaties tussen dag- en nachttemperaturen te nivelleren. Dat is op twee manieren mogelijk: thermische-energieopslag ín het constructiemateriaal óf opslag in een Phase Change Material (PCM), opgenomen in het constructiemateriaal.
In beide gevallen is de opslag van voldoende thermische energie óók haalbaar bij een lichte gebouwconstructie.
naar boven >
Energieopslag in het materiaal
Als de temperatuur in het gebouw stijgt, warmt een constructiemateriaal op. Het materiaal kan deze warmte (thermische energie) vervolgens vasthouden en later weer afgeven. Het vermogen daartoe heet thermische massa. In het algemeen bezitten zwaardere constructiematerialen een hogere thermische massa. Maar dat betekent niet dat je met een zware constructie altijd beter uit bent. Een lichte constructie is minstens zo goed. lees verder >
naar boven >
Energieopslag met PCM
Om de milieubelasting van een gebouw omlaag te brengen, ligt ’t eigenlijk voor de hand te kiezen voor een lichte constructie. Je bespaart op materiaal en daarmee op grondstoffen en energie voor de materiaalproductie, transporten en bouwafval. De geringe thermische massa van een lichte constructie behoeft deze keuze niet in de weg te staan. Temeer, omdat het vandaag de dag eenvoudig mogelijk is om de thermische massa van een licht materiaal te verhogen: met Phase Change Materials (PCM). lees verder >
naar boven >
PCM's voor de bouw

De bekendste PCM, uit het dagelijks leven, is de combinatie van water en ijs. De ijsblokjes smelten en koelen het water. Maar in gebouwen ligt de vraag om koeling niet bij 0 °C, maar bij zo’n 20 °C of meer. Voor bouwkundige toepassingen zijn twee soorten PCM’s geschikt: paraffine en zouthydraten. lees verder >
naar boven >
PCM-producten
In ons land is inmiddels een breed assortiment aan PCM’s en bouwproducten met PCM’s beschikbaar; klaar voor toepassing in gebouwen. lees verder >
naar boven >
|